Ben je een zuurpruim als je niet van satire houdt?

Een beetje cabaretier heeft tegenwoordig op zijn minst één mondelinge Netflix & chill-sessie met een bevriend staatshoofd op zijn palmares staan. Want bevriende staatshoofden, zo menen zij, zijn er om het volk en cabaretiers in het bijzonder te dienen. Niet iedereen kan daar om lachen. Sommige mensen omdat ze hun mond vol hebben, andere mensen omdat ze er de humor niet van inzien. Ben je een zuurpruim wanneer je niet om satire kunt lachen?

Voor zover bekend is de mens de enige diersoort die de kunst van de satire beheerst. Zelfs het varken waarmee we een groot deel van ons DNA delen, beheerst de kunst van de satire niet. Desondanks speelt het varken een belangrijke rol in de satire. Zo spelen de wandelende speklapjes de hoofdrol in George Orwell’s Animal Farm en vond de Duitse cabaretier Jan Böhmermann onlangs een bevriend staatshoofd in een satirisch lied meer stinken dan een varkensscheet. De varkensscheet werd een donderslag, want de betreffende staatsman stormde naar de telefoon om zijn ambtsgenoot in Duitsland te bellen. Hij zag er de humor niet van in. Dit was smaad. Vond hij.

Satire is niet altijd grappig

Niet iedereen kan lachen om satire. Dat is niet erg. De humor niet inzien van satire, maakt je niet per definitie tot een zuurpruim. Dat satire altijd grappig moet zijn, is een misvatting. Veel typen satire zijn niet bedoeld om mensen te laten lachen. Zelfs wanneer ze de gereedschappen ironie en parodie gebruiken. De varkens in George Orwell’s Animal Farm zijn eerder grimmig dan grappig. Hetzelfde geldt voor American psycho van Bret Easton Ellis. En ook van A clockwork orange van Anthony Burgess lig je niet schaterend van het lachen op de grond. Meer nog dan humor is ridiculiseren door uitvergroten het wapen dat in satire wordt gebruikt. De maatschappij  juist overdreven monsterlijk, gruwelijk en schrijnend maken, is ook een vorm van satire. Een lichtvoetiger voorbeeld hiervan is de filmklassieker van Stanley Kubrick: Dr. Strangelove or how i learned to stop worrying and love the bomb uit 1964. De film met de atoomgeleerde in Amerikaanse dienst waarvan de arm steeds uit gewoonte in de Hitlergroet springt, is kritiek op de koude oorlog die op dat moment gaande is. Het legt de Koude Oorlog onder een vergrootglas en laat zien hoe gevaarlijk en zinloos atoomwapens zijn.

Dat satire altijd grappig moet zijn, is een misvatting

Grappig is niet altijd satire

Omgekeerd is grappig ook niet altijd satire. Zelfs als de grappen over politiek, religie of het koningshuis gaan, vallen ze niet per definitie onder de noemer satire. Een goed voorbeeld hiervan is LuckyTV bij De Wereld Draait Door (DWDD). Hoewel de koning, in de stukjes steevast Willie genoemd, hier met regelmaat word geparodieerd, is er van satire geen sprake. Daarvoor missen de items commentaar op de maatschappij. De filmpjes zijn geen kritiek op het koningshuis. In tegendeel. Ze dragen zelfs bij aan de populariteit van het Koninklijk paar. Koning Willem-Alexander en koningin Maxima worden enkel belachelijk gemaakt omdat zij bij alle kijkers bekend zijn. En grapjes maken over de baas is altijd makkelijk scoren. Gekkigheid is hier het enige doel. En ook het tv-programma Draadstaal is geen satire. En dat terwijl Kooten & De Bie’s Keek op de Week waar Draadstaal schatplichtig aan is dat wel is. Het verschil: Keek op de Week bevat maatschappijkritiek, de typetjes van Draadstaal zijn enkel ter vermaak.

Maatschappelijk betrokken of niet?

Is een bevriend staatshoofd vergelijken met de flatulentie van een varkensscheet een teken van maatschappelijke betrokkenheid? Niet per definitie. Vandaag op televisie zeggen dat de Franse premier Francois Hollande erger ruikt dan een rottende brie, zou geen satire zijn. Het zou een botte opmerking zijn die mensen niet kunnen plaatsen. Het enige punt dat ik zou maken, is dat Hollande het wellicht niet zo nauw neemt met zijn persoonlijke hygiëne. Van dat punt wordt de wereld niet beter.

Het is de taak van de satiricus de pijnpunten van de samenleving bloot te leggen en uit te vergroten

Een betere wereld

Hoe zoetsappig het ook klinkt, het uiteindelijke doel van satire is om die zaken die een gezonde samenleving in de weg staan te bekritiseren. De satiricus ziet het als zijn taak om deze zaken bloot te leggen en uit te vergroten. Ze willen het publiek waarschuwen voor de gevaarlijke ontwikkelingen binnen de samenleving. Of dit nu om politiek, religie of sociale ontwikkelingen gaat.

Horatius vs. Juvenal

Sommige satirici verpakken hun kritiek op een Horitiaanse manier – vernoemd naar de Romeinse dichter Horatius. Satire die vooral als doel heeft om op lichtvoetige wijze de spot de drijven met de maatschapij. Het bekendste voorbeeld hiervan is de Lof der zotheid van Erasmus (je kent hem wel, die man van de Rotterdamse brug). Ook Dr. Strangelove is hier een voorbeeld van. Animial Farm is een voorbeeld van Juvenaliaanse satire. Deze vorm, vernoemd naar de Romeinse dichter Juvenalis, is agressief en cynisch en wil mensen tot denken en actie aanzetten. Humor is niet het hoofddoel. De reactie van Hans Teeuwen op de situatie rond het bevriende staatshoofd, valt ook onder deze categorie te scharen. Hij zoekt bewust de grenzen op om zo mensen tot denken aan te zetten en de discussie aan te zwengelen.

Slechte smaak

Er zijn veel redenen waarom mensen satire niet altijd kunnen waarderen. En omdat er over smaak niet te twisten valt, wordt er juist over smaak veel getwist. Zo vielen veel mensen over de suggestie dat het eerder genoemde bevriende staatshoofd tegen betaling een mondelinge Netflix & chill deed met de man die zichzelf heeft uitgeroepen tot de Koning van de Lach. Of je dit nu smakeloos vindt of niet, of je nu dubbel van het lachen ligt of niet; satire is het wel. Onbegrip voor wat satirici zeggen, tekenen of schrijven is niets bijzonders en maakt deel uit van het genre. Zo werd Mark Twain bekritiseerd om zijn boek Huckleberry Finn. Het boek zou beledigend en racistisch zijn. Maar racisme was juist de misstand die hij aan de kaak wilde stellen in zijn boek. De ironie.

Omdat er over smaak niet te twisten valt, wordt er over smaak juist veel getwist

De ironie van satire

Hoewel je er soms om kunt lachen, is satire een serieuze zaak. Want soms wordt satire werkelijkheid. Zo schreef Benjamin Franklin in 1784 een brief waarin hij bij wijze van satirische grap schreef dat Parijzenaren hun kaarsen konden sparen in de nacht wanneer ze een uur vroeger op zouden staan. Een idee dat in 1920 leidde tot invoering van de wintertijd, een manier om stroom te besparen wanneer de dagen korter werden. En tijdens de eerste aflevering van het Amerikaanse televisieprogramma Saturday Night Live in 1975, werd een satirische reclamespot van een wel heel belachelijk idee uitgezonden: een scheermes met drie mesjes in plaats van één.

Geef een reactie